Hallo, ik ben Marloes en ik ben verslaafd. Vanonder mijn oogleden kijk ik de kring rond. Veertien paar ogen kijken terug. ‘Hallo Marloes’, het antwoord als gesproken uit één mond galmt na in de ongezellige ruimte.
In het onaantrekkelijke tl-licht aan het goedkope systeemplafond in het buurthuis lijkt de huid van deze mensen doorschijnend. Ze kijken me glazig aan.