Soms kijk ik naar hem en wil ik zijn hand pakken, hem knuffelen. Maar ik doe het niet. Ik ga aan tafel zitten, zwijgend. Net als hij. Ver van elkaar vandaan. Hij met zijn demonen, ik met de mijne. Dat is makkelijker. We kunnen beide niet toegeven dat we precies weten hoe de ander zich voelt en laten de woede woekeren. Allebei op onze eigen manier. Hij blijft op de bank zitten, laat de wereld niet meer toe en moppert op alles. Ik schop tegen de grenzen van de maatschappij en heb daar alleen mezelf mee. Ik lijk op hem. Onze waarden zijn alles, we doen wat we beloven, gaan net iets verder dan nodig en als we iets willen, gaan we door tot we er bij neervallen. We zijn gevoelig, dankbaar voor het leven, maar ook getekend door de mensen waar we van houden. Onze zielen bekrast en het hart beschadigd. Maar we zijn er nog. We staan iedere dag op met hoop en goede moed. Hij is twee keer zo oud, maar zijn vechtlust is bijna op. Alle angst pijn en onrecht is veranderd in verdoving, meestal. Want soms heel even, wakkert het waakvlammetje in zijn hart aan tot een felle vlam. Zijn passie en liefde zijn dan bijna tastbaar.
Als kind en puber heb ik zijn boze buien aangezien voor verraad, onvrede en teleurstelling. Nu weet ik dat zijn woede voortkwam uit liefde. Zijn liefde voor mij, zijn eigenwijze, koppige en eigenzinnige dochter, die altijd de moeilijkste weg kiest. Hij wil me niet vertellen wat ik moet doen. Hij weet dat ik mijn eigen fouten moet maken en zelf de pijn en geluk van het leven moet ervaren. Dus hij is stil. Bid voor me in gedachten, steekt een kaarsje op wanneer hij langs een kapelletje fietst en hoopt op het beste. In gedachten bij mij. Mijn papa, een gevoelige en lieve man, zo gehard door het leven met een pantser waar de Duitse Wehrmacht jaloers op zou zijn. Maar diep verborgen achter hoge muren, met dikke deuren en stevige sloten zit veel liefde.
De muren worden oud, ze verweren. Het cement brokkelt af en er ontstaan scheuren. Dat maakt hem bang, minder weerbaar voor pijn. En dan komen de tranen. Soms stiekem alleen op lange fietstochten als zijn ouders, vrienden en familie hem in gedachten bezoeken. Dingen die hij nog had willen delen, nog had willen zeggen of doen, nu het niet meer kan of hij de moed niet heeft. Soms openbaar, bij een afscheid, een herinnering of nieuws. Dan wordt hij overvallen. Probeert het weg te drukken, te negeren, door te gaan. Maar lieve papa dat gaat niet. Tranen uit een oneindige put laten zich niet wegduwen. Ze stromen door alle sloten en rivieren uit het hart naar de zee van het leven. Tot het waterpeil weer onder de oever komt, dan kun je weer ademhalen.
Wij zijn overlevers papa. We gaan maar door, we geven niet op en we dragen de pijn alleen. Ik weet dat en jij weet dat. We hebben niemand nodig. Maar je bent niet alleen. Je wordt ouder elk uur een beetje. De tijd raakt op. Je kunt er niet tegen vechten. Je kunt alleen dankbaar zijn voor de minuten die nog komen als zandkorrels in de zandloper van je leven. En ik wil zo graag dat je al deze minuten gelukkig bent. Je hoeft niet meer te vechten, voor mij. Ik ben volwassen. Ik sta op mijn eigen benen. Ik leef mijn leven en leer mijn meisjes hoe het leven werkt. Wie je kunt vertrouwen, hoe je fouten moet oplossen en dat elke dag de zon weer schijnt als je erop vertrouwt dat de wind de donkere wolken wegblaast. Jij hoeft niet meer sterk te zijn. Mijn schouders zijn nu sterk genoeg om mijn eigen last te dragen. Ik neem hem van je over. En als je wilt, neem ik die van jou er een beetje bij. Lieve papa kom maar, je bent veilig, bij mij.
De nieuwste verhalen als eerste in je mailbox?
Schrijf je in en je ontvangt al onze verhalen, publicaties, nieuws en andere leuke dingen direct in je mailbox.
Reactie schrijven
Nicole (zondag, 19 juni 2022 20:17)
Weer zo mooi…
Prachtig verwoord en prachtig gevoeld van je
Geniet van je lieve paps, al is t stil samen zijn! ❤️