De droom

De wind strijkt zacht over mijn huid. Hij is fris en precies de goede temperatuur. Ik adem de warme lucht diep in en vang een vleugje op van de geur van mijn verse koffie met melk op de ontbijttafel. De geur van verse koffie in de ochtend brengt een glimlach naar mijn mond. De dag ligt aan mijn voeten. De zon doet haar best om boven de bergkam in de verte uit te komen en ze speelt met de wolken. De schaduwen van de gouden regen dansen over de ontbijttafel. Ik geniet van de rust die alleen bestaat aan het begin van de dag. In de verte hoor ik de rest van het huis ontwaken. De hond hoort het ook. Zijn kop ligt op mijn voet en ik hoor hem zuchten.

Ik luister naar het vrolijke concert van de vogels als mijn oog op het roodborstje op de rand van de veranda valt. Zijn kopje is naar de zon gericht en hij showt trots zijn oranje borst terwijl hij er op los kwettert. Ik bestudeer zijn verendek. Ontelbare kleuren grijs, beige, bruin en oranje kleuren zijn lijfje. Hij steekt prachtig af tegen het blauw van de lucht en het groen in de tuin, die is vormgegeven om uren te tafelen met vrienden en familie, onder de warme mediteraanse zon. Ik kan de klanken van de gezelligheid en de lach van mijn vrienden haast horen als ik er aan denk. Wijn vloeit, de lucht zwanger van de geur van gebraden vlees en geroosterde groente. Kinderen die door de tuin rennen en tikkertje spelen. Onbevangen, blij en uitgelaten. 

 

Een kus op mijn wang, 'Hoi Mam'. Wies komt bij me zitten en begint op een eierkoek te knagen. Ze wordt groot. Ze kijkt intelligent uit haar ogen en haar haar kleurt haast goud in de ochtend zon. Jette ploft ook op een stoel. Eén been opgetrokken, zodat ik recht tegen haar onderbroek aan kijk. Ik trek mijn wenkbrauw op en ze grijnst. Grist een croissantje van het bord op tafel. Neemt een hap en staat op. Met haar mond vol croissant krijg ik een kus. 'Tot straks!' 

 

Een tijdje later dartel ik over de markt. Ik geniet van de mensen, het geluid en de producten in de kraampjes. Ik kom hier graag. Luister naar flarden van gesprekken tussen vriendinnen, marktkooplui en klanten. Ik ruik aan een mango die ik net gekocht heb. Hij ruikt zo zoet, rijp om te eten. Ik stop hem in mijn tas, bij de rest van mijn lunch en diner. Een fris pallet van keur en geur. Ik denk even terug aan de groentenafdeling in de Nederlandse supermarkt. Wat een verschil. 

 

Er valt een dikke druppel op mijn neus. Regen. Er vallen meer en meer warme dikke druppels water uit de lucht. Ik ren op een drafje naar huis. Berg de groenten op en schenk een glas water met munt, limoen en frambozen in. 

Brammetje springt van de bank. Ik had hem niet gezien tussen alle kussens. Hij sjokt achter me aan mijn werkkamer in. Een gevoel van rust overvalt me. In deze kamer is alles van mij. Ik blijf even voor de kast staan en laat mijn hand over de ruggen glijden van de boeken. Mijn naam staat op de kaften. In trotse letters. Mijn verhalen. Mijn kijk op de wereld, mijn ziel op elke bladzijde. Dankbaar ben ik voor de kansen die ik kreeg, van de uitgevers, de boekhandelaren en de lezers. Zij gaven mij een platform en maakten deze droom werkelijkheid. Ik draai me om en mijn ogen glijden over de wand aan de overkant van de kamer.  De hele wand hangt vol briefjes, plaatjes, foto's en materialen die me helpen bij het vormgeven van het nieuwste verhaal. Ik ga achter mijn laptop zitten en schrijf. Ik wil meters maken, want morgen heb ik een dag vol interessante brainstorms en meetings met interessante mensen. En overmorgen vliegen we naar Nederland voor het boekenbal. 

Wat uurtjes later hoor ik gesis en direct ruik ik de heerlijke lucht van gebraden rundvlees.  Mijn hart maakt een sprongetje. Hij is thuis! Ik had nooit gedacht dat ik na al die tijd nog zo verliefd zou kunnen zijn. Als ik wil opstaan, gaat mijn telefoon. Het is mijn manager. Ze is door het dolle heen. Onze foundation voor het empoweren van vrouwen heeft een nieuw record gebroken. Tranen schieten in mijn ogen. Ik ben een gezegend mens. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost om hier te komen, maar het was alles waard en ik zou het zo weer doen. Ik aai Bram over z'n bol. 'Kom jongen, we gaan wandelen.'


Reactie schrijven

Commentaren: 0